Persoonsvorm

  1. Home
  2. /
  3. Zinsdelen
  4. /
  5. Persoonsvorm
Insert Content Template or Symbol

uitleg
  • Uitleg

Als je een zin moet ontleden, zoek je altijd eerst de persoonsvorm. De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Een werkwoord noemen we de persoonsvorm als dat in een zin aangeeft:
a. de tijd (tegenwoordige of verleden tijd): ik slaap => ik sliep
b. enkelvoud of meervoud: jij slaapt => jullie slapen

Als je de persoonsvorm zoekt, kun je het beste de zin in een andere tijd zetten. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Voorbeelden:

  • Ik moet de opgaven nog maken.
  • Ik moest de opgaven nog maken.
  • Ik zoek dat op CambiumNed op.
  • Ik zocht dat op CambiumNed op.

Moet (moest) en zoek (zocht) zijn dus persoonsvormen.

Nog een manier om de persoonsvorm te vinden:
Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal. Als je het onderwerp van getal verandert (enkelvoud<=>meervoud) moet de persoonsvorm mee veranderen (zie ook: congruentie).

Voorbeelden:

  • Ik moet de trein nog halen.
  • Wij moeten de trein nog halen.
  • Wij zoeken dat op CambiumNed op.
  • Ik zoek dat op CambiumNed op.

Moet (moeten) en zoeken (zoek) zijn dus persoonsvormen.

In niet-vraagzinnen is de persoonsvorm het tweede zinsdeel.

video
  • Video

Titel van video

oefening
  • Oefening 1 
  • Persoonsvorm

oefening
  • Oefening 2
  • Persoonsvorm

oefening
  • Oefening 3
  • Persoonsvorm

oefening
  • Oefening 4
  • Onderwerp en persoonsvorm

oefening
  • Oefening 5
  • Onderwerp en persoonsvorm

oefening
  • Oefening 6
  • Congruentie

oefening
  • Oefening 7
  • Persoonsvorm

oefening
  • Oefening 8 
  • Persoonsvormen herkennen

CambiumNed op Learnbeat

Gebruik de beste oefensite voor het vak Nederlands nu ook in de klas!