Werkwoorden

  1. Home
  2. /
  3. Woordsoorten
  4. /
  5. Werkwoorden
Insert Content Template or Symbol

uitleg
  • Uitleg

We onderscheiden 3 soorten werkwoorden. Zelfstandige werkwoorden, koppelwerkwoorden en hulpwerkwoorden.

Zelfstandige werkwoorden
Zelfstandige werkwoorden zijn werkwoorden die op zichzelf een gezegde kunnen vormen

Voorbeeld:

  • Ik wil dansen (dansen kan alleen een werkwoordelijk gezegde vormen: Wij dansen.).

Koppelwerkwoorden
Koppelwerkwoorden zijn werkwoorden die een naamwoordelijk gezegde helpen vormen

Koppelwerkwoorden kunnen zijn: 

  • zijn
  • worden
  • heten
  • blijven
  • schijnen
  • lijken
  • blijken
  • (dunken en voorkomen)


Voorbeelden:

  • Hij wordt leraar.
  • Hij is oud.
  • Hij blijft vervelend.

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden helpen een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde vormen.
In de hulpwerkwoorden onderscheiden we een aantal soorten werkwoorden:

  • Hulpwerkwoorden van tijd (hebben, zijn en zullen).

Voorbeelden:

  • Ik zal morgen gaan.
  • Mijn zus heeft kilometers gelopen.
  • Hij is weggegaan.
  • Hulpwerkwoorden van de lijdende vorm (worden en zijn).

Voorbeelden:

  • Je wordt door hen bedrogen.
  • Mijn fiets is gemaakt door Leo.
  • De overige hulpwerkwoorden (kunnen, mogen, moeten, willen, laten etz.).

Voorbeelden:

  • Ik wil wel komen.
  • Ik kan niet komen.
  • Je moet hem halen.

Zie voor wederkerende werkwoorden Onze Taal

video
  • Video

oefening
  • Oefening 1 
  • Werkwoorden

oefening
  • Oefening 2
  • Werkwoorden

oefening
  • Oefening 3
  • Werkwoorden

oefening
  • Oefening 4
  • Werkwoord of zelfstandig naamwoord

oefening
  • Oefening 5
  • Werkwoorden hebben en zijn

oefening
  • Oefening 6
  • Werkwoorden hebben en zijn

oefening
  • Oefening 7
  • Werkwoorden

CambiumNed op Learnbeat

Gebruik de beste oefensite voor het vak Nederlands nu ook in de klas!