Literaire begrippen

  1. Home
  2. /
  3. Literatuur
  4. /
  5. Literaire begrippen
Insert Content Template or Symbol

uitleg
  • Uitleg
    Literaire begrippen

Verhaalanalyse
Voor het analyseren van romans, novelles en verhalen en het maken van een goed leesverslag is het noodzakelijk dat je kennis hebt van een aantal literaire begrippen waarmee je de structuur, samenhang van een verhaal kan weergeven.

Voor de analyse behandelen we hier achtereenvolgens: personages, tijd en spanning, ruimte en handeling, perspectief en verteller, thematiek en stijl.

  • PERSONAGES
    Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal. We maken onderscheid tussen karakters (round characters) en types (flat characters).
    Stel vast wie/wat de belangrijkste hoofdperso(o)n(en) en bijperso(o)n(en) zijn. Wat zijn hun onderlinge relaties? Beschrijf zowel het uiterlijk als innerlijk.
    Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie spreek je van een antiheld.
    Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten.
    Een karakter maakt een ontwikkeling door. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
    Als de naam van een verhaalfiguur een extra betekenis heeft spreek je van een speaking name.
    Identificatie (je kunnen inleven in de hoofdfiguur) is erg belangrijk voor de spanning in een verhaal.
  • Tijd
    Een schrijver speelt met de tijd om het verhaal spannend te maken.
    Worden de gebeurtenissen in de volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld dan noem je het een chronologisch verhaal.
    De fabel van een verhaal is een korte zakelijke chronologische weergave van de belangrijkste gebeurtenissen.
    Een sujet is een samenvatting in de volgorde van het boek.
    Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal, is een terugblik in het verleden.
    Een flashforward verwijst naar iets wat nog te gebeuren staat.
    Als de schrijver stukken tijd samenvat in een aantal woorden spreek je van tijdverdichting.
    Je spreekt van een tijdsprong als de schrijver periodes overslaat (regels wit) en daar geen woorden aan besteedt.
    Laat de schrijver de gebeurtenissen langer duren dan ze normaal aan tijd gekost zouden hebben dan maakt hij gebruik van tijdvertraging.
    De vertelde tijd geeft aan hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren…).
    De verteltijd is de tijd die schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen ( je drukt de verteltijd uit in regels, pagina’s).
  • Spanning/open plekken (Manipulatietechnieken)
    Open plekken zijn plekken in een verhaal die vragen oproepen bij de lezer. Bepaalde informatie kan tegenstrijdig zijn en de lezer moet er dan achter komen wat juist is. Ook kan een schrijver bepaalde informatie achterhouden.
    Een lezer kan zich ook afvragen waarom een personage zich gedraagt zoals hij zich gedraagt. Het zijn dus nog niet ingevulde stukken van een verhaal die je als lezer wil invullen
    Open plekken zorgen voor spanning, zorgen ervoor dat een lezer wil weten hoe het verhaal verder gaat.
  • Ruimte en handeling
    Onder de ruimte verstaan we niet alleen de plaats van handeling, maar ook het weer, seizoen, verleden en
    toekomst. De ruimte zorgt voor
    sfeer en spanning. Past de ruimte bij de handeling dan spreek je van overeenkomst tussen ruimte en handeling. Omgekeerd spreek je van contrast tussen ruimte en handeling.

  • Perspectief en verteller
    We onderscheiden de volgende perspectieven:

  1. Ik-perspectief
    Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens
    de ik-verteller.
  2. Personaal (hij/zij-) perspectief
    Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken
    met een hij/zijverteller (= personale verteller)
  3. Alwetend of auctoriaal perspectief
    De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.

video
  • Video

oefening
  • Oefening 1  
  • Personages

oefening
  • Oefening 2
  • Tijd en spanning

oefening
  • Oefening 3
  • Perspectief

oefening
  • Oefening 4
  • Stijl

CambiumNed op Learnbeat

Gebruik de beste oefensite voor het vak Nederlands nu ook in de klas!