- Uitleg
- Uitleg
Leesautobiografie
In de leesautobiografie beschrijf je je leeservaringen tot nu toe.
Hieronder vind je aantal vragen die je jezelf kunt stellen bij het verzamelen van informatie voor je biografie.
- Wat voor boeken las je op de basisschool? Welke schrijvers en titels kun je je nog herinneren? Weet je ook nog wat je er leuk aan vond?
- Wat voor soort boeken vond je niet leuk?
- Zijn er zaken die je toen belangrijk vond en nu niet meer? Ben je bepaalde eigenschappen belangrijker gaan vinden?
- Welke boeken heb je in de onderbouw gelezen? Weet je nog waarom je die gekozen hebt? Ben je tevreden over je keuze?
- Kun je beschrijven wat er in je voorkeuren is veranderd. Zijn er omstandigheden of mensen die jou hebben beïnvloed?
- Heb je een idee welke boeken je de komende twee jaar gaat lezen? Aan welke eisen moeten die boeken voldoen?
Opdracht
Schrijf je leesautobiografie. Schrijf daartoe een verslag van 1- 2 A4’tjes. Laat je biografie beoordelen door klasgenoten en/of docent. Als jullie werken met een leesdossier stop je het daar in.
Alternatieve opdracht
Maak van je verzamelde materiaal een filmpje. Vertel daarin over je ervaringen en laat voor zover mogelijk de boeken zien en lees een paar aansprekende fragmenten voor (zie filmpjes).
Leesverslag
In het leesverslag moeten o.a. de volgende zaken aan de orde komen:
- Verwachting en eerste reactie
- Beknopte samenvatting en analyse
- Eindoordeel en evaluatie
Personages
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal. We maken onderscheid tussen karakters (round characters) en types (flat characters). Stel vast wie of wat de belangrijkste hoofdperso(o)n(en) en bijperso(o)n(en) en wat hun onderlinge relaties zijn. Beschrijf hierbij zowel het uiterlijk als innerlijk.
Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie spreek je van een antiheld. Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten. Een karakter maakt een ontwikkeling door. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven. Als de naam van een verhaalfiguur een extra betekenis heeft spreek je van een speaking name. Identificatie (je kunnen inleven in de hoofdfiguur) is erg belangrijk voor de spanning in een verhaal.
Tijd
Een schrijver speelt met de tijd om het verhaal spannend te maken.
Worden de gebeurtenissen in de volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld dan noem je het een chronologisch verhaal. De fabel van een verhaal is een korte zakelijke chronologische weergave van de belangrijkste gebeurtenissen. Een sujet is een samenvatting in de volgorde van het boek. Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal, is een terugblik in het verleden. Een flashforward verwijst naar iets wat nog te gebeuren staat. Als de schrijver stukken tijd samenvat in een aantal woorden spreek je van tijdverdichting. Je spreekt van een tijdsprong als de schrijver periodes overslaat (regels wit) en daar geen woorden aan besteedt. Laat de schrijver de gebeurtenissen langer duren dan ze normaal aan tijd gekost zouden hebben dan maakt hij gebruik van tijdvertraging. De vertelde tijd geeft aan hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren…). De verteltijd is de tijd die schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen ( je drukt de verteltijd uit in regels, pagina’s).
Ruimte
Onder de ruimte verstaan we niet alleen de plaats van handeling, maar ook het weer, seizoen, verleden en toekomst. De ruimte zorgt voor sfeer en spanning. Past de ruimte bij de handeling dan spreek je van overeenkomst tussen ruimte en handeling. Omgekeerd spreek je van contrast tussen ruimte en handeling.
Perspectief
We onderscheiden de volgende perspectieven:
- Ik-perspectief
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt
of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens is de ik-verteller. - Personaal (hij/zij-) perspectief
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen
meemaakt. Je hebt hier te maken met een hij/zij-verteller (= personale verteller) - Alwetend of auctoriaal perspectief
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.
Thematiek
- Motieven
Motieven zijn steeds terugkerende elementen in een verhaal. We onderscheiden drie soorten motieven:
a. Abstracte motieven (literair historische motieven)
Het gaat hierbij over abstracte (ongrijpbare) begrippen als onmacht, liefde, toeval, eenzaamheid, oorlog.
b. Leidmotieven
Het gaat hier over terugkerende tastbare zaken. Deze hebben een symbolische betekenis. Een dobbelsteen (toeval) kan bijvoorbeeld een leidmotief zijn.
c. Klassieke motieven
Het gaat hier om verhaalelementen die we al in klassieke verhalen tegenkomen. Denk aan het oedipusmotief. - Thema
Het thema (grondmotief ) is de kortste aanduiding van het centrale probleem waar het verhaal over gaat. - Titelverklaring
De titel zegt vaak iets over het thema. Soms is de titel duidelijk (De aanslag), maar soms zul je verder moeten zoeken om de betekenis te duiden (Van de koele meren des doods). - Motto
Een motto (vaak een citaat of tekstfragment voor in het boek) geeft de bedoeling van het boek weer.
Lang niet elk boek heeft een motto. Een motto is niet hetzelfde als een opdracht.
Stijl
Als je het hebt over ‘de stijl van een schrijver’ bedoel je alles wat
opvallend is aan zijn taalgebruik. Je let op zijn zinnen (kort of lang),
gebruik van bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden, moeilijk of makkelijk woordgebruik, veel/weinig gebruik van stijlfiguren etc.
Het balansverslag
Aan het eind van elk leerjaar moet je een balansverslag schrijven. In zo’n verslag maak je de balans op van wat je in het afgelopen jaar hebt gelezen en geleerd.
In elk geval moet je in je verslag de volgende punten aan de orde laten komen.
- Welke boeken heb je gelezen? Welke boeken vond je leuk en welke niet? Motiveer je antwoord.
- Is je manier van lezen veranderd? Indien ja, beschrijf de verandering.
- Heb je een favoriet thema of favoriete schrijver ontdekt, of ben je een bepaald genre gaan waarderen?
- Ben je bepaalde eigenschappen (bijvoorbeeld chronologisch, niet-chronologisch of een bepaald perspectief) anders gaan waarderen?
- Herlees je leesautobiografie en eventuele andere balansverslagen en geef aan of je persoonlijke smaak is veranderd?
- Ga je nu anders met literatuur/lezen om dan aan het begin van de vierde klas ? Zo ja, wat is het verschil? Geef voorbeelden. Zo niet, wat is dan hetzelfde gebleven en waarom is dat niet veranderd? Geef voorbeelden.
- Is je manier van werken (bijvoorbeeld het maken van leesverslagen) veranderd de afgelopen tijd? Zo ja, op wat voor een manier? Geef voorbeelden. Zo niet, waarom niet?
- Video
- Video
- Checklist boekverslag
- Checklist boekverslag
Verslag | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
Titelbeschrijving | ||||||||||||
Auteur | ||||||||||||
Titel(cursief) | ||||||||||||
Nummer leesverslag | ||||||||||||
Inhoudsopgave | ||||||||||||
Motivatie | ||||||||||||
Eerste reactie | ||||||||||||
Zakelijke gegevens | ||||||||||||
Auteur | ||||||||||||
Titel | ||||||||||||
Uitgever | ||||||||||||
Plaats | ||||||||||||
Jaartal eerste druk | ||||||||||||
Aantal bladzijden | ||||||||||||
Bronnen (ook webadressen) | ||||||||||||
Samenvatting | ||||||||||||
Analyse | ||||||||||||
Titelverklaring | ||||||||||||
Motto (en betekenis voor het verhaal) | ||||||||||||
Motieven | ||||||||||||
Thema | ||||||||||||
Spanning / open plekken | ||||||||||||
Personages | ||||||||||||
Tijd; (verhouding) fabel / sujet | ||||||||||||
Structuur (delen / hoofdstukken enz.) | ||||||||||||
Perspectief (inclusief citaten) | ||||||||||||
Ruimte | ||||||||||||
Stijl (inclusief citaten / voorbeelden) | ||||||||||||
Genre | ||||||||||||
Eindoordeel |
- Uitleg: Het schoolexamen literatuur
- Uitleg: Het schoolexamen literatuur
Voor het schoolexamen Nederlands literatuur moet je in de klassen 4, 5 (havo en vwo) en 6 (vwo) beargumenteerd verslag doen van je leeservaringen met een aantal door jezelf geselecteerde literaire werken. Je moet minimaal 8 (havo) of 12 (vwo) boeken lezen die oorspronkelijk geschreven zijn in de Nederlandse taal. Op het vwo moet je van die twaalf boeken minimaal drie werken van voor 1880 lezen.
Zie: Examenblad
Je moet daarnaast een aantal literaire begrippen kennen om literaire teksten te kunnen analyseren. We behandelen hier een aantal van deze begrippen en je zult bij het lezen van een aantal verhalen/verhaalfragmenten moeten laten zien dat je ze kan toepassen.
Het is belangrijk dat je een eigen smaak ontwikkelt. Op deze website vind je een groot aantal links naar websites van/over schrijvers. Ook op de pagina’s literatuurgeschiedenis vind je veel informatie over schrijvers en literaire stromingen. In de bovenbouw wordt er begonnen met de behandeling van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis. De door jou gelezen literaire werken moet je namelijk kunnen plaatsen in historisch perspectief.
In de vierde klas begin je met het beschrijven van je leeservaringen tot op dat moment in een leesautobiografie. Vervolgens leer je wat er in goed leesverslag hoort te staan en tenslotte evalueer je je ervaringen in een balansverslag.
Of je cijfer meetelt bij het vak Nederlands of bij een apart vak literatuur is per school verschillend.
Zie het PTA voor het vak Nederlands of vraag het aan je docent.
Het leesdossier
Sommige scholen werken met een leesdossier. Als dat zo is, zal dat in je PTA staan en zal je docent vertellen wat daar in moet zitten. Meesstal zullen de volgen zaken in je dossier moeten zitten:
- een leeslijst: een lijst met de titels van de 8 of 12 (of meer) door jou gelezen boeken met de nodige bibliografische gegevens;
- de verzamelde achtergrondinformatie: samenvattingen of verwijzingen naar gebruikte bronnen;
- verwerkingsopdrachten waarmee je laat zien dat je je in het literaire werk verdiept hebt;
- als je school dat vraagt, je leesautobiografie en één of meer balansverslagen.
- Top 33 gelezen boeken op de middelbare school
- Top 33 gelezen boeken op de middelbare school
Hieronder vind je de 33 door leerlingen meest gelezen boeken voor de lijst. Erachter staat het cijfer dat gemiddeld door de leerlingen werd gegeven voor het boek
Positie|Titel | Auteur |Cijfer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
- Links
- Links
Schrijvers uitleg:
Schijvers:
- Thomas van Aalten
- Albert Alberts en Herman Jan Friedeciry
- Rene Appel
- Armando
- Belcampo
- Hanna Bervoets
- J.M.A. Biesheuvel
- Vincent Bijlo
- Marion Bloem
- Louis Paul Boon
- Ferdinand Bordewijk
- Menno ter Braak
- Willem Brakman
- Carry van Bruggen
- Cees Buddingh
- Louis Couperus
- Jan Cremer
- Jules Deelder
- Adriaan van Dis
- A.den Doolaard
- Renate Dorrestein
- Willem Elsschot
- Louis Ferron
- Karel Glastra van Loon
- Marianne Fredriksson
- Jef Geeraerts
- Guido Gezelle
- Heere Heeresma
- Daan Heerma van Voss
- Willem Frederik Hermans
- Constantijn Huygens
- Ernst Jansz
- Arthur Japin
- Freek de Jonge
- Mensje van Keulen
- Judith Koelemeijer
- Bartho Kriek
- Tom Lanoye
- Lucebert
- Geert Mak
- Marente de Moor
- Harry Mulisch
- Multatuli
- Nescio
- Nelleke Noordervliet
- Cees Nooteboom
- Diana Ozon
- Connie Palmen
- Ton van Reen
- Gerard Reve
- Annie M.G. Schmidt
- Jan Siebelink
- Jan Jacob Slauerhoff
- Franca Treur
- Thomas Verbogt
- Dimitri Verhulst
- Hans Vervoort
- Mischa de Vreede
- Tommy Wieringa
- Jan Wolkers
Boekverslagen
Jeugdliteratuur
Nederlandse literatuur
Literaire tijdschriften
- Oefening 1
- Welk tijdvak in de geschiedenis hoort bij welke literaire stroming?
- Oefening 1
- Welk tijdvak in de geschiedenis hoort bij welke literaire stroming?
Quiz Summary
0 van 2 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 2 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 2
1. Question
Welke stroming(en) horen bij welk tijdvak?
Sort elements
- Oudst bekende tekst van het Nederlands :"Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu"
- Eerste verhalen in volkstaal/eerste ridderromans en geestelijke literatuur
- Didactische literatuur
- Rederijkersliteratuur
- Renaissance
- Verlichting
-
± 1150
-
vanaf 1170
-
vanaf 1260
-
vijftiende eeuw (1400-1500)
-
1500-1700
-
1700-1800
GoedOnjuist -
Question 2 of 2
2. Question
Welke stroming(en) horen bij welk tijdvak?
Sort elements
- Romantiek
- Naturalisme/Impressionisme/Symbolisme/Neoromantiek en Socialisme
- Expressionisme en Dadaïsme
- Veel literatuur over de oorlog/de Vijftigers
- O.a. veel autobiografische en feministische literatuur
-
1800-1880
-
1880-1914
-
1914-1940
-
1940-1970
-
1970-heden
GoedOnjuist
- Oefening 2
- Stijlkenmerken
- Oefening 2
- Stijlkenmerken
Quiz Summary
0 van 7 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 7 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 7
1. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
De strafdag
Van der Karbargenbok was voor één heelen dag weggezonden. Bint had over deze inkorting van straf geen uitleg gegeven. Het stelde de Bree teleur. Hij was te trotsch om te vragen. Hij had toch altijd zeven blijvers. Hij was ’s middags terug vóór twee. Hij had geen andere blijvers dan uit de hel. Hij deed er het licht aan, liet de deur open. Telkens ging de deurbel. De conciërge slofte af en aan. Het gespuis kwam binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zoo.
Ferdinand BordewijK – Bint
GoedOnjuist -
Question 2 of 7
2. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
In het leven terug?… maar waar is zoiets gebleven?… is er wel zoiets?… of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?… hersenschimmen?
Bernlef – Hersenschimmen
GoedOnjuist -
Question 3 of 7
3. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
In den zoelen nacht van nazomer triltintelden over Emessa aan wijd effen hemel van wolkenlooze nachtkleur de duizende en duizende kristallen sterren, en tusschen de schitterendste vulde de hemelafgrond zich met fijner gepoeier van licht, terwijl daar omheen weêr kleinere dan die zongroote, maar grootere dan zoó poeierfijne geprikt waren in onbenaderbaren overdaad, als waren van starrenweelde de goden dronken geweest, als hadden zij allen, de goden, alle de starren uitgezaaid in zwijmelende lichtdronkenschap. En dwars over dien hemel van weelde blankte de breede en uitvloeiende Melkweg, nauwlijks als een sluier en meer als een glorie, en een pad van triomf voor den oppergod, gepoeierd met lichtstof, gestapeld met sterren, zoo vele, dat de voeten der goden, welke er overheen zou gaan, daar zeker in verzinken als in een gouden zand, diep.
Louis Couperus – De berg van lichtGoedOnjuist -
Question 4 of 7
4. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.
Tommy Wieringa – Joe SpeedbootGoedOnjuist -
Question 5 of 7
5. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
Immortelle LXXXIV
O, spreek mij niet van liefde,
Van vriendschap en van trouw;
Die zijn al sinds lang overleden,
‘k Ben lang er al van in den rouw.
Neen, spreek mij van ’s menschen ellende,
Van al zijn kommer en nood,
En hoe hij zijn broeders leven
Verbittert,—dan lach ik mij dood!
Piet Paaltjens – Snikken en grimlachenGoedOnjuist -
Question 6 of 7
6. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
Was dit jaar eindelijk voor zichzelf achtergekomen, durfde eindelijk hardop te zeggen dat hij hmo was, weet je nog? Ik weet nog dat wij hem van onder het dekbed overrompeld en verbouwereerd aankeken.
‘Hoor ik nou goed wat je zegt dat je…?’ vroeg jij.
Constantin stond op van de rand van het grote bed, liep naar het raam en zei met katholieke geëxalteerdheid: ‘Ja jongens, ja. Ik ben homoseksueel.’
Ronald Giphart – Ik ook van jouGoedOnjuist -
Question 7 of 7
7. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
“En weet u hoe het komt dat u pas om 16.00 uur uw gereserveerde kamer kunt betrekken? En waarom u de volgende morgen uiterlijk om 10.15 uur al weer moet opkrassen?
Dat komt omdat de twee illegale Congolese kamermeisjes, die bij wijze van arbeidsloon het door drie à vier meelevende gasten op het nachtkastje achtergelaten kleingeld mogen opstrijken, deze zesendertig kamers elke dag opnieuw met hun beidjes aan kant moeten maken en zij dit heidense karwei echt niet sneller dan in vijfenhalf uur kunnen klaren.
Kees van Kooten – De verrekijkerGoedOnjuist
- Oefening 3
- Literaire analyse
- Oefening 3
- Literaire analyse
Quiz Summary
0 van 12 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 12 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 12
1. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Een roman heeft een gesloten einde als alle open vragen zijn ingevuld.
GoedOnjuist -
Question 2 of 12
2. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Een chronologische samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen in een verhaal noemen we een sujet.
GoedOnjuist -
Question 3 of 12
3. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Als fabel en sujet samenvallen zijn beide chronologisch geordend.
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Het perspectief in een dagboek is een personale vertelsituatie.
GoedOnjuist -
Question 5 of 12
5. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Een alwetende verteller is altijd subjectief.
GoedOnjuist -
Question 6 of 12
6. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Manipulatietechnieken vergroten de spanning in een verhaal.
GoedOnjuist -
Question 7 of 12
7. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
De tijd die verloopt tussen het oproepen van spanning, het stellen van een vraag en het antwoord daarop noemen we de spanningsboog.
GoedOnjuist -
Question 8 of 12
8. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal niet.
GoedOnjuist -
Question 9 of 12
9. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
De vertelde tijd van een verhaal druk je uit in regels en/of bladzijden.
GoedOnjuist -
Question 10 of 12
10. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Onder het begrip ruimte verstaan we de alleen de plaats van handeling.
GoedOnjuist -
Question 11 of 12
11. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Als een personage uitnodigt tot inleven/identificatie spreek je van een antiheld.
GoedOnjuist -
Question 12 of 12
12. Question
Zijn de volgende uitspraken waar of onwaar?
Bij leidmotieven gaat het om concrete, tastbare zaken.
GoedOnjuist
- Oefening 4
- Literaire begrippen
- Oefening 4
- Literaire begrippen
Quiz Summary
0 van 2 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 2 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 2
1. Question
Literaire begrippen Wat betekenen ze? Selecteer de juiste omschrijving.
Sort elements
- verhaalfiguur dat je oppervlakkig leert kennen
- verhaalfiguur dat niet uitnodigt tot identficatie
- korte/ zakelijke/ chronologische weergave van de belangrijkste gebeurtenissen
- geeft aan hoelang de beschreven gebeurtenissen hebben geduurd
- iets wat in het verhaal vragen/spanning oproept
- de ruimte past/ ondersteunt de handeling
-
type
-
antiheld
-
fabel
-
vertelde tijd
-
open plek
-
overeenkomst tussen handeling en ruimte
GoedOnjuist -
Question 2 of 2
2. Question
Literaire begrippen Wat betekenen ze? Selecteer de juiste omschrijving.
Sort elements
- de verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen
- een terugkerende tastbare zaak die een symbolische betekenis heeft
- de kortste aanduiding van het centrale probleem waar het verhaal over gaat.
- een citaat of tekstfragment voor in het boek dat de bedoeling van het boek weergeeft
- alles wat opvallend is aan het taalgebruik van de schrijver
- er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt.
-
alwetend/auctoriaal perspectief
-
leidmotief
-
thema
-
motto
-
de stijl van een schrijver
-
personaal (hij/zij-) perspectief
GoedOnjuist
- Oefening 5
- Literaire stromingen
- Oefening 5
- Literaire stromingen
Quiz Summary
0 van 11 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 11 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 11
1. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Justus van Effen
GoedOnjuist -
Question 2 of 11
2. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Hendrik Marsman
GoedOnjuist -
Question 3 of 11
3. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Beatrijs
GoedOnjuist -
Question 4 of 11
4. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Herman Gorter
GoedOnjuist -
Question 5 of 11
5. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Piet Paaltjens
GoedOnjuist -
Question 6 of 11
6. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Willem Bilderdijk
GoedOnjuist -
Question 7 of 11
7. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Marcellus Emants
GoedOnjuist -
Question 8 of 11
8. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Adriaan Roland Holst
GoedOnjuist -
Question 9 of 11
9. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Desiderius Erasmus
GoedOnjuist -
Question 10 of 11
10. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
Jacob van Maerlant
GoedOnjuist -
Question 11 of 11
11. Question
Tot welke stroming behoort de schrijver/het boek?
LUCEBERT
GoedOnjuist
- Oefening 6
- Ken je klassiekers
- Oefening 6
- Ken je klassiekers
Quiz Summary
0 van 3 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 3 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 3
1. Question
Ken je klassiekers. – Van welke dichter/uit welk gedicht zijn de volgende regels afkomstig?
Sort elements
- Een nieuwe lente en een nieuw geluid
- Ik heb de witte water-lelie lief
- Daar werd gehouden een groot banket Het hoofd werd op de tafel gezet.
- …. waer bestu bleven Mi lanct na di gheselle mijn
- Groots en meeslepend wil ik leven!
- Constantijnt je
-
Herman Gorter
-
Frederik van Eeden
-
Het lied van heer Halewijn
-
Egidiuslied
-
Hendrik Marsman
-
Joost van den Vondel
GoedOnjuist -
Question 2 of 3
2. Question
Ken je klassiekers. – Van welke dichter/uit welk gedicht zijn de volgende regels afkomstig?
Sort elements
- En drinckt met mijn Een roemer Wijn Dat is jou wel soo goet.
- Jantje zag eens pruimen hangen
- Ik ween om bloemen in de knop gebroken
- Grauw is uw hemel en stormig uw strand
- ik draai een kleine revolutie af
- Oote oote oote Boe
-
G.A. Bredero
-
Hiëronymus van Alphen
-
Willem Kloos
-
E.J. Potgieter
-
Lucebert
-
Jan Hanloo
GoedOnjuist -
Question 3 of 3
3. Question
Ken je klassiekers. – Van welke dichter/uit welk gedicht zijn de volgende regels afkomstig?
Sort elements
- Ik ben de blauwbilgorgel Mijn vader was een porgel
- O Krinklende winklende waterding
- Merck toch hoe sterck nu in
- Ik ging naar Bommel om de brug te zien
- O als ik dood zal dood zal zijn
- Te Middelharnis is een kind verdronken
-
Cees Buddingh
-
Guido Gezelle
-
Adriaen Valerius
-
Martinus Nijhoff
-
J.H. Leopold
-
Ed. Hoornik
GoedOnjuist
- Oefening 7
- Boekenquiz
- Oefening 7
- Boekenquiz
Quiz Summary
0 van 2 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 2 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 2
1. Question
Wie schreef welk boek? – Kies de juiste titel.
Sort elements
- Joe Speedboot
- Caesarion
- Tirza
- Tonio
- Ik ook van jou
- Hersenschimmen
-
Tommy Wieringa
-
Tommy Wieringa
-
Arnon Grunberg
-
A.F.Th. van der Heijden
-
Ronald Giphart
-
Bernlef
GoedOnjuist -
Question 2 of 2
2. Question
Wie schreef welk boek? – Kies de juiste titel.
Sort elements
- Sprakeloos
- Kort Amerikaans
- De grot
- De tweeling
- De aanslag
- De donkere kamer van Damocles
-
Tom Lanoye
-
Jan Wolkers
-
Tim Krabbé
-
Tessa de Loo
-
Harry Mulisch
-
W.F. Hermans
GoedOnjuist
- Oefening 8
- Toets literatuurgeschiedenis
- Oefening 8
- Toets literatuurgeschiedenis
Quiz Summary
0 van 3 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 3 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 3
1. Question
Maak met de namen en begrippen bij elkaar horende paren.
Sort elements
- zelfbeheersing
- trouw aan de leenheer
- verdraagzaamheid
- bloei van Amsterdam
- grondwet
-
hoofs
-
voorhoofs
-
humanisme
-
val van Antwerpen
-
Thorbecke
GoedOnjuist -
Question 2 of 3
2. Question
Maak met de namen en begrippen bij elkaar horende paren.
Sort elements
- romantisch levensgevoel
- impressionisme
- oedipuscomplex
- Mussert
- Russische revolutie
-
weltschmerz
-
Manet
-
Freud
-
NSB
-
Lenin
GoedOnjuist -
Question 3 of 3
3. Question
Maak met de namen en begrippen bij elkaar horende paren.
Sort elements
- jaren zestig
- keizer van de vijftigers
- historische roman
- dada
- indirecte aanleiding tot Tachtigjarige Oorlog
-
provo
-
Lucebert
-
De leeuw van Vlaanderen
-
anti-kunst
-
Beeldenstorm
GoedOnjuist
- Oefening 9
- Pseudoniemen
- Oefening 9
- Pseudoniemen
Quiz Summary
0 van 3 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 3 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 3
1. Question
Wie gebruikt(e) welk pseudoniem?
Sort elements
- Drs. P.
- Marek van der Jagt
- Patrizio Canaponi
- Battus
- Bernlef
-
Heinz Polzer
-
Arnon Grunberg
-
A.F.Th. van der Heijden
-
Hugo Brandt Corstius
-
Hendrik J. Marsman
GoedOnjuist -
Question 2 of 3
2. Question
Wie gebruikt(e) welk pseudoniem?
Sort elements
- R.J Peskens
- Klikspaan
- Piet Paaltjens
- Kronkel
-
G.A. van Oorschot
-
Johannes Kneppelhout
-
Francois Haverschmidt
-
Simon Carmiggelt
GoedOnjuist -
Question 3 of 3
3. Question
Wie gebruikt(e) welk pseudoniem?
Sort elements
- Multatuli
- Samuel Falkland
- Johnny de Selfkicker
- De Schoolmeester
-
Eduard Douwes Dekker
-
Herman Heyermans
-
Johnny van Doorn
-
Gerrit van der Linde
GoedOnjuist
- Oefening 10
- Beroemde openingen
- Oefening 10
- Beroemde openingen
Quiz Summary
0 van 3 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 3 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 3
1. Question
Bekende openingszinnen van literaire romans. Van welk boek is dit de openingszin?
Sort elements
- Beatrijs
- Twee vorstinnen en een vorst van R.J. Peskens
- Vergeef Mij De Liefde van Herman Brusselmans
- Mei van Herman Gorter
- Max Havelaar van Multatuli
-
Van dichten comt mi cleine bate
-
Hij heette Daalhuyzen met u.yz..
-
Misschien moet ik deze eerste zin maar schrappen. Of misschien moet ik ‘m maar laten staan om zo de grenzen van de literatuur te verleggen.
-
Een nieuwe lente en een nieuw geluid.
-
Ik ben makelaar in koffie en woon op de Lauriergracht no. 37.
GoedOnjuist -
Question 2 of 3
2. Question
Bekende openingszinnen van literaire romans. Van welk boek is dit de openingszin?
Sort elements
- De aanslag van Harry Mulisch
- Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants
- De uitvreter van Nescio
- Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans
- Titaantjes van Nescio
-
Ver ver weg in de Tweede Wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem.
-
Mijn vrouw is dood en al begraven.
-
Behalve de man die de Sarphatistraat de mooiste straat van Europa vond heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan de Uitvreter.
-
De kleine Erik lag juist op het ogenblik dat dit boekje begint in het oude bed van zijn grootmoeder Pinksterblom met de troonhemel en de zijden kwasten en keek over de rand van het blanke laken de schemerige kamer in.
-
Jongens waren we – maar aardige jongens. Al zeg ik 't zelf.
GoedOnjuist -
Question 3 of 3
3. Question
Bekende openingszinnen van literaire romans. Van welk boek is dit de openingszin?
Sort elements
- Blauwe maandagen van Arnon Grunberg
- Nooit meer slapen van W.F. Hermans
- De tweeling van Tessa de Loo
- De gladiator van F.B. Hotz
-
Mijn vader handelde in postzegels in ieder geval dat dachten mijn moeder en ik.
-
De portier is een invalide.
-
Meine Güte wat is dit hier een sterfhuis?
-
De enige heldendaad die ik in de bezettingstijd ooit verrichtte was het horen voorlezen van een ''illegaal'' blad.
GoedOnjuist
- Oefening 11
- Literaire analyse
- Oefening 11
- Literaire analyse
Quiz Summary
0 van 8 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 8 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles-voor-je-lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 8
1. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Is het verhaal chronologisch geschreven?
GoedOnjuist -
Question 2 of 8
2. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Wat is de vertelde tijd?
GoedOnjuist -
Question 3 of 8
3. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Wat klopt er?
GoedOnjuist -
Question 4 of 8
4. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Welke ruimte elementen zijn hier vooral van belang?
GoedOnjuist -
Question 5 of 8
5. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Wat is het het perspectief?
GoedOnjuist -
Question 6 of 8
6. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Wat is hier een belangrijk motief?
GoedOnjuist -
Question 7 of 8
7. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Wat is het thema van het verhaal?
GoedOnjuist -
Question 8 of 8
8. Question
Lees het verhaal en maak daarna de vragen.
PLEZIERTREIN Ik heb nog een oudere herinnering.
Donderdag 30 Juli 1896. Kijkt u het maar na in een oude almanak en u zult zien dat ’t klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif en sigaren?
Donderdag 30 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e klas, ƒ 1,- heen en weer. En ik voel weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest.
Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de houtduif. En de vreemde ontroering. Dat is alles. De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een te duidelijke stem: “Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet.” Een steil pad naar beneden, te steil, m’n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar ’t station, al die groepjes menschen: de pleziertrein. Een man die op den rand van ’t trottoir staat en z’n hoofd beweegt en dan kotst. De pleziertrein. In de nacht staan we stil op de rails. Het raampje is open, wij hooren ’t gelal uit de andere uit de andere wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z’n kop uit ’t raampje te steken en praat naar binnen: “Maarsbergen!” Klap op z’n derrière. “Waarom berg je ‘m dan niet op?” Pleziertrein.
Maar ’t zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds maar weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoog-opgaand weelderig geboomte zie. Nijmegen, m’n vader, dat stuk weg, die boomen daar en die duif die koerde. En de weemoed. Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog die blauwe biljetten. Donderdag 30 Juli 1896. Goedkoope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoete pijnlijke en onbegrepen weemoed dat ’t voorbij was en dat Donderdag de 30ste Juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.19 Februari 1942
Nescio Uit Boven het dal en andere verhalen. Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1961Wat is hier de fabel?
GoedOnjuist