- Uitleg
Literaire begrippen
- Uitleg
Literaire begrippen
Verhaalanalyse
Voor het analyseren van romans, novelles en verhalen en het maken van een goed leesverslag is het noodzakelijk dat je kennis hebt van een aantal literaire begrippen waarmee je de structuur, samenhang van een verhaal kan weergeven.
Voor de analyse behandelen we hier achtereenvolgens: personages, tijd en spanning, ruimte en handeling, perspectief en verteller, thematiek en stijl.
- PERSONAGES
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal. We maken onderscheid tussen karakters (round characters) en types (flat characters).
Stel vast wie/wat de belangrijkste hoofdperso(o)n(en) en bijperso(o)n(en) zijn. Wat zijn hun onderlinge relaties? Beschrijf zowel het uiterlijk als innerlijk.
Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie spreek je van een antiheld.
Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten.
Een karakter maakt een ontwikkeling door. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
Als de naam van een verhaalfiguur een extra betekenis heeft spreek je van een speaking name.
Identificatie (je kunnen inleven in de hoofdfiguur) is erg belangrijk voor de spanning in een verhaal.
- Tijd
Een schrijver speelt met de tijd om het verhaal spannend te maken.
Worden de gebeurtenissen in de volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld dan noem je het een chronologisch verhaal.
De fabel van een verhaal is een korte zakelijke chronologische weergave van de belangrijkste gebeurtenissen.
Een sujet is een samenvatting in de volgorde van het boek.
Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal, is een terugblik in het verleden.
Een flashforward verwijst naar iets wat nog te gebeuren staat.
Als de schrijver stukken tijd samenvat in een aantal woorden spreek je van tijdverdichting.
Je spreekt van een tijdsprong als de schrijver periodes overslaat (regels wit) en daar geen woorden aan besteedt.
Laat de schrijver de gebeurtenissen langer duren dan ze normaal aan tijd gekost zouden hebben dan maakt hij gebruik van tijdvertraging.
De vertelde tijd geeft aan hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren…).
De verteltijd is de tijd die schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen ( je drukt de verteltijd uit in regels, pagina’s).
- Spanning/open plekken (Manipulatietechnieken)
Open plekken zijn plekken in een verhaal die vragen oproepen bij de lezer. Bepaalde informatie kan tegenstrijdig zijn en de lezer moet er dan achter komen wat juist is. Ook kan een schrijver bepaalde informatie achterhouden.
Een lezer kan zich ook afvragen waarom een personage zich gedraagt zoals hij zich gedraagt. Het zijn dus nog niet ingevulde stukken van een verhaal die je als lezer wil invullen
Open plekken zorgen voor spanning, zorgen ervoor dat een lezer wil weten hoe het verhaal verder gaat.
Ruimte en handeling
Onder de ruimte verstaan we niet alleen de plaats van handeling, maar ook het weer, seizoen, verleden en
toekomst. De ruimte zorgt voor sfeer en spanning. Past de ruimte bij de handeling dan spreek je van overeenkomst tussen ruimte en handeling. Omgekeerd spreek je van contrast tussen ruimte en handeling.
Perspectief en verteller
We onderscheiden de volgende perspectieven:
- Ik-perspectief
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens
de ik-verteller. - Personaal (hij/zij-) perspectief
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken
met een hij/zijverteller (= personale verteller) - Alwetend of auctoriaal perspectief
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen.
- Video
- Video
- Oefening 1
- Personages
- Oefening 1
- Personages
Quiz Summary
0 van 3 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 3 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – literaire begrippen 0%
- 1
- 2
- 3
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 3
1. Question
Lees het fragment en maak daarna de vragen. –
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar – ik ben vijf en dertig –
5 verlangd heb; maar thans durf ik ’t niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer
van genieten.
Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek,
te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf
meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad.
10 Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk.
In geen mensch, geen werk, geen boek zelfs eenig belang te stellen, doel- en willoos
om te dwalen door een leeg huis, waarin alleen het onverschillig schuwe gefluister van
twee meiden rondwaart als het verre gepraat van bewakers om de cel van een
afgezonderde krankzinnige, nog maar aan één ding te kunnen denken met het laatste
15 beetje begeerte van een uitgedoofd zenuwleven en voor dat ééne ding te sidderen als
een eekhoorntje voor de fascineerende blik van een slang … hoe houd ik zoo’n
afschuwelijk leven dag in dag uit nog vol?
Zoo dikwijls ik in de spiegel kijk – nog altijd mijn gewoonte – verbaast het me, dat
zoo’n bleek, tenger onbeduidend mannetje met doffe blik, krachteloos geopende mond –
20 velen zullen zeggen: dat mispunt – in staat is geweest zijn vrouw…. de vrouw, die hij op
zijn manier toch lief heeft gehad te ……..
Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (1894)Is de hoofdpersoon een type of karakter?
GoedOnjuist -
Question 2 of 3
2. Question
Lees het fragment en maak daarna de vragen. –
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar – ik ben vijf en dertig –
5 verlangd heb; maar thans durf ik ’t niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer
van genieten.
Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek,
te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf
meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad.
10 Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk.
In geen mensch, geen werk, geen boek zelfs eenig belang te stellen, doel- en willoos
om te dwalen door een leeg huis, waarin alleen het onverschillig schuwe gefluister van
twee meiden rondwaart als het verre gepraat van bewakers om de cel van een
afgezonderde krankzinnige, nog maar aan één ding te kunnen denken met het laatste
15 beetje begeerte van een uitgedoofd zenuwleven en voor dat ééne ding te sidderen als
een eekhoorntje voor de fascineerende blik van een slang … hoe houd ik zoo’n
afschuwelijk leven dag in dag uit nog vol?
Zoo dikwijls ik in de spiegel kijk – nog altijd mijn gewoonte – verbaast het me, dat
zoo’n bleek, tenger onbeduidend mannetje met doffe blik, krachteloos geopende mond –
20 velen zullen zeggen: dat mispunt – in staat is geweest zijn vrouw…. de vrouw, die hij op
zijn manier toch lief heeft gehad te ……..
Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (1894)Is de hoofdpersoon een antiheld?
GoedOnjuist -
Question 3 of 3
3. Question
Lees het fragment en maak daarna de vragen. –
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar – ik ben vijf en dertig –
5 verlangd heb; maar thans durf ik ’t niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer
van genieten.
Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek,
te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf
meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad.
10 Toch is juist die morgenstemming ondraaglijk.
In geen mensch, geen werk, geen boek zelfs eenig belang te stellen, doel- en willoos
om te dwalen door een leeg huis, waarin alleen het onverschillig schuwe gefluister van
twee meiden rondwaart als het verre gepraat van bewakers om de cel van een
afgezonderde krankzinnige, nog maar aan één ding te kunnen denken met het laatste
15 beetje begeerte van een uitgedoofd zenuwleven en voor dat ééne ding te sidderen als
een eekhoorntje voor de fascineerende blik van een slang … hoe houd ik zoo’n
afschuwelijk leven dag in dag uit nog vol?
Zoo dikwijls ik in de spiegel kijk – nog altijd mijn gewoonte – verbaast het me, dat
zoo’n bleek, tenger onbeduidend mannetje met doffe blik, krachteloos geopende mond –
20 velen zullen zeggen: dat mispunt – in staat is geweest zijn vrouw…. de vrouw, die hij op
zijn manier toch lief heeft gehad te ……..
Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis (1894)regel 9 ”te zullen zwijgen over mijn daad”, wat vermoed jij?
GoedOnjuist
- Oefening 2
- Tijd en spanning
- Oefening 2
- Tijd en spanning
Quiz Summary
0 van 7 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 7 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – literaire begrippen 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 7
1. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
De ik-figuur loopt met een patrouille door een bos en vraagt zich af of hij zijn vriend (Oeroeg) gezien heeft. Heef hij hem gezien?
GoedOnjuist -
Question 2 of 7
2. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
Wat voor een einde heeft dit fragment?
GoedOnjuist -
Question 3 of 7
3. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
Bij een tijdverdichting:
GoedOnjuist -
Question 4 of 7
4. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
De vertelde tijd van een verhaal geef je weer in:
GoedOnjuist -
Question 5 of 7
5. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
Kan perspectiefwisseling een open plek tot gevolg hebben?
GoedOnjuist -
Question 6 of 7
6. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
In een sujet worden de verhaalgebeurtenissen:
GoedOnjuist -
Question 7 of 7
7. Question
Tijd en spanning –
Lees het volgende fragment en beantwoord vraag 1 en 2.
Nog één ogenblik zag ik hem zo staan, tegen de donkere achtergrond van het bos. De stemmen van mijn tochtgenoten klonken niet ver weg, op het pad tussen de bomen. Ik keek om, maar hij was al verdwenen, ik weet niet in welk richting. De bladeren bewogen nauwelijks, ook de wind
Uit: Hella Haasse, Oeroeg (1948) (Klik, meer over Hella Haasse)BEKIJK DE FILM: https://youtu.be/axlV_cbToIc
Een flashforward?
GoedOnjuist
- Oefening 3
- Perspectief
- Oefening 3
- Perspectief
Quiz Summary
0 van 8 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 8 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – literaire begrippen 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 8
1. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
Een bord spaghetti
Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek
vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een
glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken.
Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn,
5 soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie
hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.Fragment van ‘Een bord spaghetti” – Adriaan van Dis (1984)
GoedOnjuist -
Question 2 of 8
2. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
‘Kijk’, zei ik, ‘het is niet één valbijl, maar er zijn vier mesjes, twee die naar beneden scharen en twee die naar boven scharen, een rat wordt vier keer zo snel onthoofd als met een gewone guillotine, het is gebeurd voor hij het zelfs maar gemerkt heeft,’ en ik liet de mesjes speels op en neer bewegen en het zonlicht flikkerde op het glanzende, roestvrije staal. Het was alsof ik een kunstwerk demonstreerde.
Toen ik een stokoud mannetje decapiteerde, wil de hij het graag van dichtbij zien – zoals ik trouwens verwacht had – dat het bloed breeduit over zijn kleding spatte.Uit: De kroongetuige – Maarten ’t Hart (1983)
GoedOnjuist -
Question 3 of 8
3. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
De kolenboer
Hij heette Daalhuyzen, met u, y, z. De straat waarin wij woonden heette de Slijkstraat. Je begrijpt dat het voor een kind niet plezierig is in de Slijkstraat te wonen. Als mij in de klas gevraagd werd: waar woon je, en ik zei in de Slijkstraat, kreeg ik het gevoel of er een modderlucht in de klas kwam hangen. In ons dialect zeiden we bovendien niet slijk, maar slik, en slik was nog veel stinkender en verachtelijker dan slijk. Je weet toch waar de Slikstraat liep? Van de Koestraat naar de Breewaterstraat. Aan weerszijden één aaneenschakeling van krotten. Verzakte vensters, gebroken of met krantenpapier dichtgeplakte ruiten, uit de scharnieren hangende voordeuren, uit de gevels gevallen brokken steen, kapotte trottoirtegels, ontbrekende voordeurdrempels, lekkende dakgoten, opgebroken straatgedeelten, hondedrollen op de stoepen, lucht van gebakken vis en gepofte erwten, stank van rottende garnalen.Uit: Twee vorstinnen en een vorst – R.J. Peskens (1974)
GoedOnjuist -
Question 4 of 8
4. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
De handen in de zakken, den kraag van zijn pels op, ging Frank door het stuiven der sneeuw voort, langs den eenzamen Adelaïde-Road, in den avond. Toen hij het villa-tje naderde, waar hij woonde, – White-Rose, geheel gedoken, gedompeld, verzonken in de blankheid der sneeuw, als een nestje in watten, – zag hij iemand op zich afkomen, van Primrose Hill. Hij richtte zijn blik vast op het gelaat van den man, die hem blijkbaar wilde aanspreken; niet wetende wat deze in zijn schild voerde in dien eenzamen sneeuwnacht, en hij was zeer verbaasd, toen hij, in het Hollandsch, hoorde: – Neemt u me niet kwalijk… is u niet meneer Westhove? – Ja, antwoordde Frank. Wie is u? Wat is er? – Ik ben Robert van Maeren, misschien herinnert u zich… – Bertie, jij? riep Frank uit. Hoe kom je hier in Londen!
Uit: Noodlot – Louis Couperus (1890)
GoedOnjuist -
Question 5 of 8
5. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
De Bree zijn denken was hoekig en norsch. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken. De boersche reuzin viel over hem met de volle vracht van natte kleeren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord. Hij bereikte het plein met onvertraagden tred door de kolking der tochtgaten. Het plein was rechthoekig,
gekoolgruisd het midden in een lijst van keien. Een enorme doode heester, en anders niet, op de verkoolde aarde, de muziektent. Drie hooge wallen van huizen, glas meer dan steen, smal glas tusschen smaller steen, de ramenvolte van armoehuizen. De wallen waren nauwelijks gescheiden door de smalle tochtgaten, spuigaten der verkeerswegen. Kleine groepen stonden fladderend, hier en daar, over het groote plein.Uit: Bint – F. Bordewijk (1931)
GoedOnjuist -
Question 6 of 8
6. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
De geschiedenis van een vrouw. Hoe zij zocht de koele meren des Doods, waar verlossing is, en hoe zij die vond.
Haar naam heet ik Hedwig Marga de Fontayne. Een Hollandsche vrouw, maar met bloed in zich van uitheemsche voorouders.
Zij was in ’t midden der negentiende eeuw geboren en opgegroeid in een Hollandsche provincie-stad, aldaar was klein vertier van handel of bedrijf, maar toch welvaart, want er woonden veel rijken in deftige huizen.
Ook haar huis was groot en deftig, wellicht honderd jaar oud. Het bevatte een ruime, in zomer koele gang met marmeren vloersteenen en witgepleisterde muren. Aan dien gang kwamen uit groote donkere kamers, met roode muurbekleeding, afgezet door smalle gouden lijsten, met wit-en-goud beschilderd houtbeschot en witgepleisterde zoldering. Lichtkronen hingen er, met veel driekantige stukjes kristal. Een deur met glas opende.Uit: Van de koele meren des doods – Frederik van Eeden (1900)
GoedOnjuist -
Question 7 of 8
7. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
Mijn vrouw is dood en al begraven.
Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.
Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid?
Ten naastenbij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar – ik ben vijf en dertig –
verlangd heb; maar thans durf ik ’t niet nemen en zoo heel veel zou ik er toch niet meer
van genieten.Uit: Een nagelaten bekentenis – Marcellus Emants (1894)
GoedOnjuist -
Question 8 of 8
8. Question
Lees de fragmenten en bepaal het perspectief.
Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huizen niet ver van elkaar.
Uit: De aanslag – Hary Mulisch (1983)
GoedOnjuist
- Oefening 4
- Stijl
- Oefening 4
- Stijl
Quiz Summary
0 van 7 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 7 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- literatuur – alles voor je lijst 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 7
1. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
De strafdag
Van der Karbargenbok was voor één heelen dag weggezonden. Bint had over deze inkorting van straf geen uitleg gegeven. Het stelde de Bree teleur. Hij was te trotsch om te vragen. Hij had toch altijd zeven blijvers. Hij was ’s middags terug vóór twee. Hij had geen andere blijvers dan uit de hel. Hij deed er het licht aan, liet de deur open. Telkens ging de deurbel. De conciërge slofte af en aan. Het gespuis kwam binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zoo.
Ferdinand BordewijK – Bint
GoedOnjuist -
Question 2 of 7
2. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
In het leven terug?… maar waar is zoiets gebleven?… is er wel zoiets?… of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?… hersenschimmen?
Bernlef – Hersenschimmen
GoedOnjuist -
Question 3 of 7
3. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
In den zoelen nacht van nazomer triltintelden over Emessa aan wijd effen hemel van wolkenlooze nachtkleur de duizende en duizende kristallen sterren, en tusschen de schitterendste vulde de hemelafgrond zich met fijner gepoeier van licht, terwijl daar omheen weêr kleinere dan die zongroote, maar grootere dan zoó poeierfijne geprikt waren in onbenaderbaren overdaad, als waren van starrenweelde de goden dronken geweest, als hadden zij allen, de goden, alle de starren uitgezaaid in zwijmelende lichtdronkenschap. En dwars over dien hemel van weelde blankte de breede en uitvloeiende Melkweg, nauwlijks als een sluier en meer als een glorie, en een pad van triomf voor den oppergod, gepoeierd met lichtstof, gestapeld met sterren, zoo vele, dat de voeten der goden, welke er overheen zou gaan, daar zeker in verzinken als in een gouden zand, diep.
Louis Couperus – De berg van lichtGoedOnjuist -
Question 4 of 7
4. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.
Tommy Wieringa – Joe SpeedbootGoedOnjuist -
Question 5 of 7
5. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
Immortelle LXXXIV
O, spreek mij niet van liefde,
Van vriendschap en van trouw;
Die zijn al sinds lang overleden,
‘k Ben lang er al van in den rouw.
Neen, spreek mij van ’s menschen ellende,
Van al zijn kommer en nood,
En hoe hij zijn broeders leven
Verbittert,—dan lach ik mij dood!
Piet Paaltjens – Snikken en grimlachenGoedOnjuist -
Question 6 of 7
6. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
Was dit jaar eindelijk voor zichzelf achtergekomen, durfde eindelijk hardop te zeggen dat hij hmo was, weet je nog? Ik weet nog dat wij hem van onder het dekbed overrompeld en verbouwereerd aankeken.
‘Hoor ik nou goed wat je zegt dat je…?’ vroeg jij.
Constantin stond op van de rand van het grote bed, liep naar het raam en zei met katholieke geëxalteerdheid: ‘Ja jongens, ja. Ik ben homoseksueel.’
Ronald Giphart – Ik ook van jouGoedOnjuist -
Question 7 of 7
7. Question
STIJL – Selecteer van de volgende fragmenten opvallende (minimaal twee) stijlkenmerken.
“En weet u hoe het komt dat u pas om 16.00 uur uw gereserveerde kamer kunt betrekken? En waarom u de volgende morgen uiterlijk om 10.15 uur al weer moet opkrassen?
Dat komt omdat de twee illegale Congolese kamermeisjes, die bij wijze van arbeidsloon het door drie à vier meelevende gasten op het nachtkastje achtergelaten kleingeld mogen opstrijken, deze zesendertig kamers elke dag opnieuw met hun beidjes aan kant moeten maken en zij dit heidense karwei echt niet sneller dan in vijfenhalf uur kunnen klaren.
Kees van Kooten – De verrekijkerGoedOnjuist