Oefening 10 - hebben of zijn

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

We deze zomer in Thüringen gefietst.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Van Eisenach we naar Erfurt gefietst.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

De tweede dag ik vergeten waar we naar toe zouden gaan.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Gelukkig ik mijn iPhone niet vergeten.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Ik toen opgezocht wat de kortste weg was.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

We vervolgens het fietspad langs de Unstrut tot Herbsleben gevolgd.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Enkele regenbuien ons opgehouden.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Om wat op te schieten we van het vervolg een wedstrijdje gemaakt.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Mijn vrouw die toen gewonnen.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

We echter vergeten ons hotel te bellen.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

En omdat we zo laat waren we met moeite ons hotel binnen kunnen komen.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Toch ik helemaal gewonnen voor zo’n vakantieactiviteit.

Oefening 10 – hebben of zijn