Oefening 5 – enkelvoudig, nevenschikkend of onderschikkend?

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Mugabe weigert af te treden ondanks de toenemende druk.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Hij maakt zich geen zorgen omdat hij goed voorbereid is.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Marije gaat waarschijnlijk naar Zuid-Amerika en anders gaat ze naar Australië.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Mijn fiets kan niet meer gemaakt worden door de fietsenmaker.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Een ander continent kan natuurlijk ook.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
De leraar weet waarom hij te laat kwam.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Ons bedrijf bestaat dit jaar een eeuw en daarom geven we korting op al onze producten.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Het gedicht is geschreven door Edna St. Vincent Millay en Lieke Marsman maakte de hertaling.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Ik ga eerst mijn opleiding afmaken en daarna ga ik een wereldreis maken.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Wanneer gaat Marije naar Zuid-Amerika?

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Wie het laatst binnenkomt, moet trakteren.

Is de zin: enkelvoudig, samengesteld onderschikkend of samengesteld nevenschikkend?
Ik eet wat ik lekker vind.