Quiz Summary
0 van 5 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 5 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – persoonsvorm vt 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 5
1. Question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
1e persoon enkelvoud
tegenwoordige tijd hebben: ik h
verleden tijd hebben: ik htegenwoordige tijd zijn: ik
verleden tijd zijn: ikGoedOnjuist -
Question 14 of 5
14. Question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
2e persoon enkelvoud (jij, je, u)
tegenwoordige tijd hebben: jij h
verleden tijd hebben: jij htegenwoordige tijd zijn: jij
verleden tijd zijn: jijGoedOnjuist -
Question 14 of 5
14. Question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
3e persoon enkelvoud (hij, zij, ze, het, men, u)
tegenwoordige tijd hebben: hij h
verleden tijd hebben: hijtegenwoordige tijd zijn: hij
verleden tijd tijd zijn: hijGoedOnjuist -
Question 14 of 5
14. Question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
meervoud (wij, we, zij, ze)
tegenwoordige tijd hebben: wij h
verleden tijd hebben: wij htegenwoordige tijd zijn: wij
verleden tijd zijn: wijGoedOnjuist -
Question 14 of 5
14. Question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
voltooid deelwoord
verleden tijd hebben: ge
verleden tijd zijn: ge
GoedOnjuist