woordsoorten – verbogen en onverbogen bijvoeglijke naamwoorden – oefening 7

Kies het juiste woord.

het gave gebit – een …. gebit

Kies het juiste woord.

het korte verslag – een …. verslag

Kies het juiste woord.

een mooi cadeau – het …. cadeau

Kies het juiste woord.

het scheve gezicht – een …. gezicht

Kies het juiste woord.

een wit konijn – het …. konijn

Kies het juiste woord.

een negatief geluid – het …. geluid

Kies het juiste woord.

een meewerkend voorwerp – het …. voorwerp

Kies het juiste woord.

een retorische vraag – de …. vraag

Kies het juiste woord.

het grote huis – een …. huis

Kies het juiste woord.

een serieus gesprek – het …. gesprek

Kies het juiste woord.

een populair programma – het ….programma

Kies het juiste woord.

een lief paardje – het …. paardje

Kies het juiste woord.

een gek plan – het …. plan

Kies het juiste woord.

een laag cijfer – het …. cijfer

Kies het juiste woord.

een half koekje – het …. koekje

Kies het juiste woord.

het Koninklijk Besluit – het …. Besluit

Kies het juiste woord.

het glazen oog – een …. oog

Kies het juiste woord.

een kale kop – de …. kop

Kies het juiste woord.

een waardeloos voorstel – het …. voorstel

Kies het juiste woord.

de zilveren kandelaar – een …. kandelaar