Argumentatie

                                           

Voor de examenonderdelen leesvaardigheid, deelname aan een debat of discussie en  het schrijven van een betoog is het belangrijk dat je het onderdeel argumenteren goed beheerst.

Daarvoor is het van belang dat je :

  • Standpunten en argumenten kunt identificeren en interpreteren.
  • Je het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten kent.
  • Je de volgende argumentatieschema’s kent:
    – oorzaak en gevolg;

    – overeenkomst en vergelijking;
    – voorbeelden;
    – voor- en nadelen;
    – kenmerk of eigenschap.
  • Je een betoog op aanvaardbaarheid kunt beoordelen op basis van:
    – consistentie van gebruikte argumenten;
    – controleerbaarheid van feiten en argumenten;
    – correct gebruik van argumentatieschema’s en discussieregels
  • Je de volgende drogredenen kunt herkennen en vermijden in je eigen argumentatie:

de onjuiste oorzaak – gevolgrelatie;
– het maken van een verkeerde vergelijking;
– de overhaaste generalisatie;
– de cirkelredenering.
– de persoonlijke aanval;
– het ontduiken van de bewijslast;
– het vertekenen van een standpunt;
– het bespelen van publiek;
– een onjuist beroep op autoriteit;
– het overdrijven van voor- en nadelen;
– het vals dilemma;
– onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap. 

 Begrippenlijst argumentatie (CSE Nederlands 2017 havo en vwo)

 Bron: Examenblad

Zie verder: 

Oefenen eindexamensite

 

 

=> Satellietteksten en taalgebruik

 

 

BANNER VOOR DE HOMEPAGE