Examenstof leesvaardigheid

 

Nederlands havo (referentieniveau 3F) Nederlands vwo (referentieniveau 4F)

Het examen Nederlands voor havo en vwo bestaat vanaf 2015 uit ten minste drie teksten, waaronder één langere tekst. In totaal zal het gaan om minimaal drie teksten met een omvang van circa 3.200 tot 3.800 woorden (Zie ook: Leven Talen).

De mate waarin een examenkandidaat een hele tekst kan samenvatten wordt niet meer getoetst in het centrale examen. Er worden bij de nieuwe examens wel samenvattingsopdrachten gesteld. Het soort vragen dat je wel kan verwachten vind je hieronder bij subdomein A3.

 Bron vwo Bron havo

De eisen voor het onderdeel leesvaardigheid (domein A) zijn:

Subdomein A1: Analyseren en interpreteren

1 Je kan:
– vaststellen tot welke tekstsoort een tekst of tekstgedeelte behoort;
– de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;
– relaties tussen delen van een tekst aangeven;
– conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur;
– standpunten en soorten argumenten herkennen en onderscheiden;
argumentatieschema’s herkennen.

Subdomein A2: Beoordelen

2 Je kan een betogende tekst of betogend tekstgedeelte op aanvaardbaarheid beoordelen en in deze tekst drogredenen herkennen. 

Subdomein A3: Samenvatten

Vanaf 2015 is het niet meer nodig om een lange tekst helemaal samen te vatten. 

Voorbeelden van samenvattingsopdrachten die je wel kunt krijgen zijn:

Reduceren tot hoofduitspraak of hoofduitspraken

  • Wat is de hoofdgedachte van tekst x?
  • Wat is de hoofdgedachte van tekstdeel x?
  • Vat het standpunt samen dat de auteur inneemt in alinea x tot en met y.
  • Wat is de hoofdvraag waarop tekst x een antwoord probeert te geven?
  • Maak een samenvatting van alinea x.
  • Maak een samenvatting van de tekst in maximaal X woorden, waarin duidelijk wordt (de aandachtspunten hieronder zijn voorbeeldmatig) wat de directe aanleiding is voor het schrijven van de tekst, welke zorg wordt uitgesproken en welke conclusie wordt getrokken.
  • Maak een beknopte samenvatting van maximaal X woorden van de tekst.

De laatstgenoemde twee vraagtypen komen alleen voor bij de kortere teksten. Het eerste (geleide) type van deze twee ligt het meest voor de hand voor havo. 

Ordenen van informatie

  • Vul op basis van alinea x tot en met y het onderstaande argumentatieschema aan.

Beoordelen van samenvattingen

  • Welke van de onderstaande beweringen hoort (niet) in een samenvatting van tekst x thuis? / Welke zinnen zouden (niet) opgenomen moeten worden in een samenvatting van tekst x?
  • Welke van de onderstaande samenvattingen geeft de hoofdgedachte / gedachtegang / inhoud van de tekst het beste weer.

o A

o B

o C

o D

 

=> De aanpak

 

 

 

 

 

BANNER VOOR DE HOMEPAGE