In onderstaand schema vind je de belangrijkste schrijfdoelen en tekstsoorten:
Doel |
Soorten |
Amuseren |
Roman, strip verhaal, kort verhaal, gedicht, toneelstuk, mop, lied/cabarettekst, cursiefje |
Informeren/uiteenzetten |
Uiteenzetting, handleiding/gebruiksaanwijzing, studieboek, nieuwsbericht, notulen, uitnodiging, geboortekaartje, recensie, discussiestuk |
Opiniëren/beschouwen |
Beschouwing, recensie, discussiestuk |
Overtuigen/betogen |
Betoog, ingezonden brief, commentaar van de redactie, column, de tekst voor een toespraak op een verkiezingsbijeenkomst |
Activeren |
Advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Albert Heijn, uitnodiging voor bv. een film |
Doelen en soorten teksten
Een schrijver van een amuserende tekst wil jou vermaken. Hij speelt in op je gevoelens en zal je willen ontroeren of aan het lachen proberen te maken. Amuserende teksten zijn bijna altijd fictie (zie opmerking hieronder), maar ook bijvoorbeeld een column zal vaak naast informerend en overtuigend ook amuserend willen zijn.
Veel teksten willen je informeren. De schrijver wil dan kennis met je delen. Als de tekst je ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting. De eigen mening van de schrijver zal hierbij geen rol spelen.
Een speciale vorm van informeren is beschouwen/opiniëren. In een beschouwing wordt een onderwerp op verschillende manieren bekeken. Welke meningen zijn erover, wat voor een oplossingen zijn er, wat zijn de voor- en nadelen van de oplossingen?
In een betogende tekst wil de schrijver dat jij zijn standpunt gaat delen. Hij zal argumenten voor zijn standpunt geven. Bijvoorbeeld dat Zwarte Piet wel of niet moet blijven in zijn huidige verschijningsvorm.
Als een schrijver wil dat je iets gaat doen, spreken we van activeren. Als je bijvoorbeeld iemand nomineert voor de Ice Bucket Challenge dan wil je dat hij een emmer ijswater over je hoofd giet en dat hij een donatie doet aan de ALS Association.
Zakelijke <=> fictionele teksten
Zakelijke teksten gaan over gebeurtenissen in de werkelijkheid. De lezer mag verwachten dat ze ware feiten bevatten. Berichten in kranten, op websites van kranten en teksten in studieboeken noemen ook wel non-fictie.
Fictionele teksten gaan niet over werkelijk gebeurde zaken. De schrijver heeft ze bedacht. De personen en gebeurtenissen bestaan niet in het echt. Daarom noemen we stripverhalen, verhalen, romans en gedichten fictie.
Opdracht 1 schrijfdoelen en tekstsoorten
Opdracht 2 schrijfdoelen en tekstsoorten
Opdracht schrijfdoel, tekstsoort en tekstructuur
Nepnieuws
Nepnieuws (fakenews) lijkt over gebeurtenissen in de werkelijkheid te gaan, maar bevat geen echte feiten. Het wordt ook vaak in de vorm van serieus nieuws gegoten.
Als je moet vaststellen of iets echt of nep is, moet je letten op:
- Wie is de afzender van het bericht?
Bestaat de persoon wel echt? Controleer dat.
- Wat wil de schrijver bereiken?
Waarom is het artikel geschreven en voor wie? Welke belangen heeft de schrijver?
- Welke techniek of drogreden is gebruikt?
Speelt men op de emotie? Is er gebruik gemaakt van drogredenen? Let daarbij op illustraties, foto’s en typografie?
- Onderzoek of het waar is.?
Gaat het om onderzoek? Kijk dan kritisch naar de onderzoekmethoden.
- Onderzoek de bron.
Bestaat de bron echt en is het bericht niet uit de context gehaald. Let daarbij ook foto’s. Via Google kan je er achter komen waar en wanneer die eerder hebben gestaan.
=> Publieksgerichtheid