Voltooide deelwoorden
- Voltooide deelwoorden eindigen op -en: gelopen, verdronken, gesneden.
Ze veranderen nooit, ook niet als ze bijvoeglijk worden gebruikt:
De gelopen race, het verdronken schaap, het gesneden brood
Uitzonderingen op deze regel vormen deelwoorden die eindigen op -n.
Als je deze bijvoeglijk gebruikt, moet je zo kort mogelijk schrijven.
(vergaan – vergane, gezien – geziene)
- Eindigen op -d of -t: gered, gewit
Als je ze bijvoeglijk gebruikt, komt er een -e achter.
Je schrijft ze dan:
– zoals je ze hoort: het geredde paard, het gewitte plafon
– zo kort mogelijk: de gehate dictator, de gepote bloembollen
Onvoltooide deelwoorden
- Onvoltooide deelwoorden eindigen op d(e).
Voorbeelden:
zwaaiend(e), lachend(e), fietsend(e), etc.
Ook onvoltooide deelwoorden kunnen bijvoeglijk gebruikt worden.
Voorbeelden:
De hoestende leraar, de lachende agent, het hinnikende paard
Oefeningen
[button-big label=”Voltooide en onvoltooide deelwoorden (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”/oefeningen/oefening-onvoltooide-en-voltooide-deelwoorden-2/”]
[button-big label=”Volt. deelwoorden en pv in de tt en vt (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”/oefeningen/oefening-persoonsvormen-in-de-tegenwoordige-en-verleden-tijd-en-voltooide-deelwoorden/”]
[button-big label=”Volt. deelwoorden en pv in de tt en vt (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-persoonsvormen-in-de-tegenwoordige-en-verleden-tijd-en-voltooide-deelwoorden-2/”]
[button-big label=”Deelwoorden en pv in de tt en vt (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”/oefeningen/oefening-persoonsvormen-in-de-tegenwoordige-en-verleden-tijd-en-voltooide-deelwoorden-3/”]
[button-big label=”Deelwoorden en pv in de tt en vt. (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”/oefeningen/oefening-vervoegen-werkwoorden/”]
[button-big label=”Lastige voltooide deelwoorden (niveau 3/4 havo/vwo)” url=”/oefeningen/lastige-voltooide-deelwoorden/”]
[button-big label=”Gebeurd of gebeurt?” url=”/oefeningen/gebeuren/”]
[button-big label=”Stappen om tot de juiste spelling van een werkwoordsvorm te komen” url=”/oefeningen/uitleg-werkwoordspelling/”]
[button-big label=”Werkwoordspelling 1″ url=”/oefeningen/oefening-werkwoordspelling/”]
[button-big label=”Werkwoordspelling 2″ url=”/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-2/”]
[button-big label=”Werkwoordspelling 3″ url=”/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-3/”]
[button-big label=”Werkwoordspelling 4″ url=”/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-4/”]
[button-big label=”Puzzel werkwoordspelling” url=”/oefeningen/puzzel-werkwoordspelling/”]
[button-big label=”Welk referentieniveau behaal jij?” url=”/oefeningen/werkwoordspelling-welk-referentieniveau-behaal-jij/”]
[youtube]https://www.youtube.com/embed/sdDz9E7SMYU[/youtube]