
- Uitleg
- Uitleg
In de vormen van het werkwoord onderscheiden we 3 vormen:
1. Persoonsvorm
We noemen werkwoorden persoonsvormen als ze in een zin aangeven:
- Tegenwoordige of verleden tijd:
hij vraagt, hij vroeg - Enkelvoud of meervoud:
ik vraag, wij vragen
2. Deelwoorden
Deelwoorden worden in twee groepen verdeeld:
- Voltooide deelwoorden
Dit zijn werkwoordsvormen als gefietst, gekocht, gebeurd en verdeeld - Onvoltooide deelwoorden
Dit zijn werkwoordsvormen als lopend, werkend en rollend
3. Infinitieven
Infinitieven zijn hele werkwoorden.
Voorbeelden: rijden, betalen, gebeuren, verdelen en stemmen
Als je een werkwoord goed wil spellen, zal je eerst moeten vaststellen met wat voor een vorm je te maken hebt.
Vraag je dus altijd eerst af met welke vorm je te maken hebt:
- persoonsvorm
- voltooid deelwoord
- onvoltooid deelwoord
- infinitief

- Video
- Video

- Oefening 1
- Werkwoordsvormen
- Oefening 1
- Werkwoordsvormen
Quiz Summary
0 of 14 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 14 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
Categories
- werkwoordspelling – werkwoordsvormen 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 14
1. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Huilend liep ze naar huis.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Deze zomer ben ik naar Italië geweest .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Hij moest hard lachen .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Ik ga mijn eerste voldoende halen voor grammatica.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Hij schrok heel erg.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Daar gebeurt altijd wat.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Ik heb er niet veel voor gebeurd .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Ze komen 12 september eten .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Juichend liep hij naar de middenstip.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Ik heb wel een uur geslapen .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Zou hij wel komen ?
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Hij gaat elke dag fluitend naar school.
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Er zijn daar meer kinderen gestruikeld .
GoedOnjuist -
Question 4 of 14
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken: persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief?
Zij zal het wel gedaan hebben .
GoedOnjuist

- Oefening 2
- Werkwoordsvormen
- Oefening 2
- Werkwoordsvormen
Quiz Summary
0 of 12 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 12 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – werkwoordsvormen 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 12
1. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Wie zou dat gedaan hebben ?
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Mopperend kwam hij de klas binnen.
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Wij zullen deze oefening wel even maken .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Daar kwam hij fluitend aangefietst .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Hij lachte omdat hij het niet verwachtte .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Hij had dat werk zullen afmaken .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Dat antwoord heeft haar een eind op weg geholpen .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Moeizaam voorttrekkend deed de groep er een dag over.
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Na een nacht vorst kun je nog niet over het ijs lopen .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Ik had hem dat graag zien doen .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Ik hoop dat we dat goed hebben afgesproken .
GoedOnjuist -
Question 4 of 12
4. Question
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken : persoonsvorm, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of infinitief? Selecteer het juiste antwoord.
Ik zal hem vragen of hij meedoet als hij weer thuis is .
GoedOnjuist

- Oefening 3
- Werkwoordspelling
- Oefening 3
- Werkwoordspelling
Quiz Summary
0 of 20 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 20 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – werkwoordspelling 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 20
1. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Ik ben benieuwd hoe lang hij het uithou… .
GoedOnjuist -
Question 2 of 20
2. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Hij beoordeel… de gebeurtenis niet erg objectief.
GoedOnjuist -
Question 3 of 20
3. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Word… je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?
GoedOnjuist -
Question 4 of 20
4. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Heeft die scheidsrechter alweer ge… bij een thuiswedstrijd van onze club?
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Ik ben in 2009 verhuis…naar Amsterdam.
GoedOnjuist -
Question 6 of 20
6. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Beantwoor… hij de post altijd zo laat?
GoedOnjuist -
Question 7 of 20
7. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Hij heeft zijn reactie maar snel gedele… .
GoedOnjuist -
Question 8 of 20
8. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Het gebeur… de laatste tijd steeds meer .
GoedOnjuist -
Question 9 of 20
9. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.De lekkagevlekken zijn nog steeds zichtbaar op het pas gewi… plafond.
GoedOnjuist -
Question 10 of 20
10. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Hij zat op de plek waar hij wel vaker uitrus… na zware arbeid.
GoedOnjuist -
Question 11 of 20
11. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Vin… je leraar het goed dat je met je iPhone speelt tijdens de les?
GoedOnjuist -
Question 12 of 20
12. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Hij geloof… niet dat dat mogelijk is met dat toestel.
GoedOnjuist -
Question 13 of 20
13. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Hij heeft al eerder op dat circuit gerac… in deze nieuwe auto van Porsche.
GoedOnjuist -
Question 14 of 20
14. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.De vergro… foto laat de oorzaak van het ongeluk duidelijk zien.
GoedOnjuist -
Question 15 of 20
15. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Als je hem ondervraag…, moet je hem recht aankijken.
GoedOnjuist -
Question 16 of 20
16. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.De wedstrijd ontaar… in een schoppartij waarna hij gestaakt werd.
GoedOnjuist -
Question 17 of 20
17. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Zij wilden de realiteit maar niet aanvaard… en wendden hun hoofd af
GoedOnjuist -
Question 18 of 20
18. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.De hondenpoep versprei… een vreselijke geur in de de hal.
GoedOnjuist -
Question 19 of 20
19. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Zij heeft de … stoel meegenomen naar haar nieuwe kamer.
GoedOnjuist -
Question 20 of 20
20. Question
Welk niveau haal jij? Selecteer het juiste antwoord. score => niveau; 94% – 100% = 4F; 83% – 93% = 3F; 68% – 82% = 2F. De score geeft een indicatie van het referentieniveau!.Het niet aanvaarde voorstel boo… wel degelijk een goede oplossing voor de impasse.
GoedOnjuist

- Oefening 4
- Werkwoordspelling
- Oefening 4
- Werkwoordspelling
Quiz Summary
0 of 20 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 20 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – De vormen van het werkwoord 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 20
1. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Ik heb de proefwerken nog niet corrigeren (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 2 of 20
2. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De stranden (VD) olietanker bevinden (t.t.) zich bij de kust van Texel.
GoedOnjuist -
-
Question 3 of 20
3. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Er werd een verkeerd signalement verspreiden (VD) van de zoeken (VD) misdadiger.
GoedOnjuist -
-
Question 4 of 20
4. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hij hoesten (v.t.) en proesten (v.t.) doordat hij zich verslikken (v.t.) .
GoedOnjuist -
-
Question 5 of 20
5. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hij vermoeden (t.t.) dat het niet worden (t.t.) vergoeden (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 6 of 20
6. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De veehouder melden (v.t.) een toenemen (VD) tekort aan opslagruimte voor mest.
GoedOnjuist -
-
Question 7 of 20
7. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De gemeente realiseren (t.t.) zich nauwelijks wat voor een overlast door het feest worden (t.t.) veroorzaken (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 8 of 20
8. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De uitwisseling worden (t.t.) gedeeltelijk betalen (VD) door de Europese Unie
GoedOnjuist -
-
Question 9 of 20
9. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De verbouwen (VD) kantine worden (t.t.) vandaag heropenen (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 10 of 20
10. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hij had zijn glas net volschenken (VD) , toen de pauze was aflopen (VD)
GoedOnjuist -
-
Question 11 of 20
11. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Schneider stichten (v.t.) verwarring in de achterhoede van de tegenstander.
GoedOnjuist -
-
Question 12 of 20
12. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De opnieuw bekleden (VD) bank worden (t.t.) morgen afleveren (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 13 of 20
13. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Nederland vergroten (v.t.) met die goal zijn voorsprong op zijn verbazen (VD) t tegenstander.
GoedOnjuist -
-
Question 14 of 20
14. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Lachen (OD) kijken (v.t.) de coach naar het publiek.
GoedOnjuist -
-
Question 15 of 20
15. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Zo worden (v.t.) de zo wensen (VD) kwalificatie toch nog een feit.
GoedOnjuist -
-
Question 16 of 20
16. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De spelers wensen (v.t.) echter niet met de pers te praten.
GoedOnjuist -
-
Question 17 of 20
17. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Het publiek juichen (v.t.) de bekritiseren (VD) spelers toe.
GoedOnjuist -
-
Question 18 of 20
18. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De kaartjes voor Duitsland kunnen worden bestellen (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 19 of 20
19. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De verkleden (VD) tegenstanders gaan (v.t.) teleurstellen (VD) naar huis.
GoedOnjuist -
-
Question 20 of 20
20. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hopelijk worden (t.t.) het daar een mooi toernooi.
GoedOnjuist -

- Oefening 5
Werkwoordspelling
- Oefening 5
Werkwoordspelling
Quiz Summary
0 of 16 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 16 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – De vormen van het werkwoord 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 16
1. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De aftobben (VD) agent keek met fronsen (VD) wenkbrauwen naar de dreigen (OD) houding van de demonstrant.
GoedOnjuist -
-
Question 2 of 16
2. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Met een verrassen (OD) opstelling verrassen (v.t.) de voor de kritiek bezwijkten (VD) trainer de toesnellen (VD) pers.
GoedOnjuist -
-
Question 3 of 16
3. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Nadat de leider zich tot de groeien (OD) menigte had richten (VD) , vluchten (VD) de president met zijn goed organiseren (VD) veiligheidstroepen
GoedOnjuist -
-
Question 4 of 16
4. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Als er een moord worden (t.t.) plegen (VD) op iemand uit de onderwereld weten (t.t) je bijna zeker dat die zal worden wreken (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 5 of 16
5. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Toen hij horen (v.t.) dat hij een miljoen had erven (VD) , juichen (v.t.) hij te vroeg: door de belasting worden(v.t.) volgens de gelden (OD) regels een groot gedeelte opeisen (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 6 of 16
6. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
In de door de storm vellen (VD) boom staan (v.t.) de namen kerven (VD) van tientallen geliefden.
GoedOnjuist -
-
Question 7 of 16
7. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hij pochen (v.t.) over het feit dat hij schorsen (VD) was, maar in de klas worden (v.t.) er minachten (OD) over hem spreken (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 8 of 16
8. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Het gebeuren (t.t.) zelden dat toeschouwers zich zo misdragen (t.t.) en moeten worden verwijderen (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 9 of 16
9. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De bestraffen (VD) jongen herinneren (v.t.) zich niets van de beledigen (OD) opmerkingen die hij naar het hoofd van de de leraar had slingeren (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 10 of 16
10. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Hij richten (v.t.) zich op, doven (v.t.) de sigaret en vluchten (v.t.) weg.
GoedOnjuist -
-
Question 11 of 16
11. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De pianist die hem concentreren (VD) begeleiden (v.t.) , worden (v.t.) door haar binnenkomst storen (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 12 of 16
12. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De veulens die vrolijk hinniken (OD) in de rondte galopperen (v.t.) , werden door de lachen (OD) kinderen gadeslaan (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 13 of 16
13. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De ontketenen (VD) spits trappen (v.t.) tegen een ballon die door een enthousiaste supporter op het veld was gooien (V.D) .
GoedOnjuist -
-
Question 14 of 16
14. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
Nadat hij aftrappen (v.t.) , stormen (v.t.) de spits naar voren, misleiden (v.t.) en passeren (v.t.) twee verdedigers en scoren (v.t.) een prachtig doelpunt.
GoedOnjuist -
-
Question 15 of 16
15. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De krant vermelden (v.t.) een bericht waarin worden (t.t.) melden (VD) dat de fractievoorzitter ervan overtuigen (VD) is dat het wel degelijk is gebeuren (VD) .
GoedOnjuist -
-
Question 16 of 16
16. Question
Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm
t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; OD = onvoltooid deelwoord; VD = voltooid deelwoord-
De files veroorzaken (v.t.) veel ellende op de snelweg en veranderen (v.t.) rustige huisvaders in agiteren (VD) mannetjes.
GoedOnjuist -

- Oefening 6
Werkwoordspelling
- Oefening 6
Werkwoordspelling
Quiz Summary
0 of 12 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 12 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – De vormen van het werkwoord 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 12
1. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Na (doen) vdbn arbeid (zijn) pvtt het goed rusten.
GoedOnjuist -
-
Question 2 of 12
2. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Wat (willen) pvtt u (drinken) inf?
GoedOnjuist -
-
Question 3 of 12
3. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Het (verbazen) pvvt me dat hij zo weinig aandacht (besteden) pvvt aan de (vrezen) vdbn ziekte.
GoedOnjuist -
-
Question 4 of 12
4. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
(wankelen) od (lopen) pvvt hij de klas uit.
GoedOnjuist -
-
Question 5 of 12
5. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Wij (hebben) pvtt (genieten) vd van pas (kopen) vdbn spits.
GoedOnjuist -
-
Question 6 of 12
6. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
De rechter (hebben) pvtt de (beschimpen) vdbn vandaal nog niet (veroordelen) vd.
GoedOnjuist -
-
Question 7 of 12
7. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Het net (beëdigen) vdbn Kamerlid (zijn) pvtt door de oppositie flink (bekritiseren) vd.
GoedOnjuist -
-
Question 8 of 12
8. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
(hoesten) od en (proesten) od (komen) pvvt hij de klas (inlopen) inf.
GoedOnjuist -
-
Question 9 of 12
9. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Hij (hebben) pvtt de (wandelen) odbn tak in een doos (stoppen) vd.
GoedOnjuist -
-
Question 10 of 12
10. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Het (vergroten) vdbn lokaal (zijn) pvvt nog niet groot genoeg.
GoedOnjuist -
-
Question 11 of 12
11. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Omdat de keeper zo (stuntelen) pvvt, (vergroten) pvvt hij op een eenvoudige manier de voorsprong.
GoedOnjuist -
-
Question 12 of 12
12. Question
Vul de juiste vorm (zie afkorting) van het tussen haakjes geplaatste werkwoord in. Gebruikte afkortingen: pvtt = persoonsvorm tegenwoordige tijd, pvvt = persoonsvorm verleden tijd, inf = infinitief, od = onvoltooid deelwoord, vd = voltooid deelwoord, odbn = onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en vdbn = voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
-
Het (zijn) pvtt (verbazen) od hoe hij dat telkens voor elkaar (krijgen) pvtt.
GoedOnjuist -

- Oefening 7
Werkwoordspelling
- Oefening 7
Werkwoordspelling
Quiz Summary
0 of 20 questions completed
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 20 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- werkwoordspelling – werkwoordspelling 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 20
1. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Mijn oom verwaarloos (t.t.) zijn tuin.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Tijdens de training heef (t.t.) hij een spier verrek (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Het nieuws verbrei e (v.t.) zich snel door Caïro.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Jij raa (t.t.) het nooit.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Op het ogenblik wor (t.t.) de nieuwe school gebouw (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Hij bedoel (t.t.) het goed.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Het mis e (v.t.) gisteren de hele dag.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Wij mis en (v.t.) daardoor het vliegtuig.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Ook Griekenland heeft het verdrag onderteken (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Al die ellende heeft haar wel verouder (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De tandarts heeft me niet verdoof (v.d.) en direct geboor (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Het bekla e (b.n.) schrift heeft hij maar weggegooi (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De ontsnap e (b.n.) gevangenen waren gemartel (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De verbouw e (b.n.) school wor (t.t.) in juni heropen (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De vernieuw e (b.n.) lokalen kunnen dan door iedereen worden bewonder (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De regering aanvaar e (v.t.)de voorgestel e (b.n.) wijzigingen niet.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De verkle e (b.n.) leraren werden toch herken (v.d.).
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Zijn toespraak wer (v.t.) overstem (v.d) door boegeroep.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
Toen de speler er genoeg van had, luch e (v.t.) hij zijn hart.
GoedOnjuist -
Question 5 of 20
5. Question
Selecteer de juiste letter(s). t.t. = tegenwoordige tijd v.t. = verleden tijd v.d. = voltooid deelwoord b.n. = bijvoeglijk naamwoord
De aangerich e (b.n.) schade werd niet helemaal door de verzekering vergoe (v.d.).
GoedOnjuist