
- Uitleg
- Uitleg
De bepaling van gesteldheid zegt iets van twee andere zinsdelen.
Die zinsdelen zijn: Het gezegde en het onderwerp of lijdend voorwerp
Meestal bestaat een bepaling van gesteldheid uit een bijvoeglijk naamwoord, maar ook een zelfstandig naamwoord of een voorzetselgroep is mogelijk.
Voorbeeld:
De leden van het team vonden hem een klier (een klier zegt iets over vonden (gezegde) en hem (lijdend voorwerp) en is dus bepaling van gesteldheid).
Hij stampte de appels tot moes (tot moes zegt iets over stampte (gezegde) en de appels (lijdend voorwerp) en is dus bepaling van gesteldheid).
Drijfnat kwam hij gisteren thuis (drijfnat zegt iets over kwam (gezegde) en hij (onderwerp) en is dus bepaling van gesteldheid).

- Oefening 1
- Bepaling van gesteldheid
- Oefening 1
- Bepaling van gesteldheid
Quiz Summary
0 van 10 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 10 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- zinsdelen – bepaling van gesteldheid 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 10
1. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?De muren heeft hij gisteren blauw geverfd.
GoedOnjuist -
Question 2 of 10
2. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?De speler liep woedend van het veld.
GoedOnjuist -
Question 3 of 10
3. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?Razend gooide hij het schrift naar de leerling.
GoedOnjuist -
Question 4 of 10
4. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?In het begin was hij als bondscoach niet geliefd.
GoedOnjuist -
Question 5 of 10
5. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?De verslaggever maakt me doodziek met zijn geklets.
GoedOnjuist -
Question 6 of 10
6. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?Na de wedstrijd lag hij nog uren wakker in zijn bed.
GoedOnjuist -
Question 7 of 10
7. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?Hij liep rustig naar de penaltystip.
GoedOnjuist -
Question 8 of 10
8. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?De leraar vond hem maar kleinzielig.
GoedOnjuist -
Question 9 of 10
9. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?Frankrijk bewees zich in de laatste wedstrijd als kampioen.
GoedOnjuist -
Question 10 of 10
10. Question
Welk(e) woord(en) vormt(en) de bepaling van gesteldheid?Na de lange tocht kwam hij hongerig thuis.
GoedOnjuist