- Uitleg
- Uitleg
Het oorzakelijk voorwerp komt alleen voor in zinnen met een naamwoordelijk gezegde. Het heeft dan ook ongeveer dezelfde kenmerken als een lijdend voorwerp. Maar een lijdend voorwerp komt niet voor in zinnen met een naamwoordelijk gezegde.
Je zou ook ongeveer dezelfde vragen kunnen stellen als bij een lijdend voorwerp.
Voorbeelden:
- 1. De scheidsrechter is zijn gedrag spuugzat.
Is spuugzat is hier naamwoordelijk gezegde Wat is (persoonsvorm) de scheidsrechter (onderwerp) spuugzat?
Zijn gedrag is hier het oorzakelijk voorwerp. Het geeft aan wat de scheidsrechter spuugzat is. - Dat pand is nog maar drie ton waard.
Is waard is hier naamwoordelijk gezegde Wat is (persoonsvorm) dat pand (onderwerp) waard?
Drie ton is hier het oorzakelijk voorwerp. Het geeft aan wat het pand waard is. - Karel was zijn iPhone kwijt.
Was kwijt is hier het naamwoordelijk gezegde. Wat was (persoonsvorm) Karel (onderwerp) kwijt? Zijn iPHONE is hier het oorzakelijk voorwerp. Het geeft aan wat Karel kwijt is.
- Video
- Video
- Oefening 1
- Oorzakelijk voorwerp
- Oefening 1
- Oorzakelijk voorwerp
Quiz Summary
0 van 8 vragen ingevuld
Questions:
Information
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
Resultaten
Resultaten
0 van de 8 vragen goed beantwoord
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), 0
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Audio(s)/Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Question 1 of 8
1. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
Bony werd het spelletje moe. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 2 of 8
2. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
Is je broer haar nog iets schuldig? ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 3 of 8
3. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
Wij zijn dat hier in de grote stad wel gewend. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 4 of 8
4. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
De broers waren elkaar al snel kwijt in het gedrang bij de demonstratie. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 5 of 8
5. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
De politie is bij het onderzoek naar de cyberaanval op ING het spoor bijster. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 6 of 8
6. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
Suzan is het trucje eindelijk meester. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 7 of 8
7. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
In dat gebied met die onlusten ben je je leven niet zeker. ng = ov =
GoedOnjuist -
-
Question 8 of 8
8. Question
Noteer het naamwoordelijk gezegde (ng) en oorzakelijk voorwerp (ov).
-
De spelers van Real Madrid zijn honderden miljoenen waard. ng = ov =
GoedOnjuist -